Voor valbeveiliging op het dak hebben collectieve beschermingsmaatregelen zoals gevelsteigers of leuningen altijd voorrang op individuele touwbescherming.
Vallende ongevallen hebben ernstige gevolgen. Het is daarom belangrijk om de beschermende maatregelen altijd consequent toe te passen – zelfs voor korte banen.
Neem de nodige veiligheidsmaatregelen tegen vallen van een hoogte bij de voorbereiding van werkzaamheden op het dak (bijv. het opnemen van de massa).
Werken op daken houdt veel gevaren in. Er is een risico op vallen van of door het dak, door dakopeningen of na het wegglijden van het dakoppervlak – zelfs bij daken met een lage helling. Daarom is de juiste valbeveiliging een centrale voorwaarde voor veilig werken op het dak zoals ze bij eyecatchersafety.com hebben bijvoorbeeld.
Het is belangrijk dat u al in de planningsfase rekening houdt met de noodzakelijke beschermingsmaatregelen tegen vallen van een hoogte. Waar mogelijk moet worden gezorgd voor collectieve bescherming, zoals gevelsteigers of leuningen. Het beveiligen met persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen van een hoogte is alleen toegestaan als collectieve bescherming technisch niet mogelijk is.
Valbeveiligingssystemen kunnen alleen werken als ze eenvoudig, snel en veilig te gebruiken zijn. De regel is het basiswerk voor de planning en uitvoering van dakinstallaties. Werkplekken en verkeerswegen voor schoorsteenvegen zijn beschreven in de regels en gelden in samenhang met de bouwplaatsverordening, de ZVDH-voorschriften en de gezondheids- en veiligheidsvoorschriften.
Volgens de regels moeten werkplekken en verkeerswegen permanent worden geïnstalleerd. De wetgever geeft in principe voorrang aan collectieve veiligheidsmaatregelen (zoals een reling) boven individuele maatregelen met ankerpunten. Voor kortlopende onderhouds- en inspectiewerkzaamheden kunnen uitzonderingen worden gemaakt.
Dakoppervlakken moeten over het algemeen valbestendig zijn. Volgens de erkende regels van de techniek is een doorgelat dak valbestendig als dragende basis voor een dakbedekking als het voldoet aan de volgende punten: De daklatten moeten ten minste klasse S 10 (TS) zijn, met doorsneden van 30 x 50 mm tot een dakspantafstand van 80 cm of nominale doorsneden 40 x 60 mm met een dakspantafstand tot 100 cm. Bij dakspanten van meer dan 100 cm moeten de daklatten statisch worden gecontroleerd. Er moet worden voorzien in extra, permanente doorvalbeveiligingen voor een vrije daklattenafstand van meer dan 40 cm.
De regels beschrijven installatieonderdelen voor de bevestiging van zonnesystemen of voor het onderhoud en de inspectie van een dakoppervlak, de plaatsing ervan op het dak en de eisen voor de veiligheid van personen en belastingen voor onderhoud en reparatie. De toegankelijkheid en toegankelijkheid van de werkplekken op het dak moet ook voor latere werkzaamheden worden gegarandeerd.
De bouwplaatsverordening maakt een onderscheid tussen inspecties en onderhoudswerkzaamheden met een uitgave van maximaal twee mandagen en dakwerkzaamheden. De regels formuleren de eisen afhankelijk van de dakhelling, het dakmateriaal en het type activiteit, die altijd gelden in combinatie met de relevante ongevallenpreventievoorschriften van de werkgeversverzekering. Dit legt de planningsprincipes uit van verankeringssystemen op daken, inclusief die met veiligheidsdakhaken, om ernstige valongevallen tijdens onderhouds- en servicewerkzaamheden te voorkomen.
Bij dakranden moeten valbeveiligingsmaatregelen worden genomen vanaf een valhoogte van drie meter. Daken met een helling van meer dan 20° vereisen complexere maatregelen. Daken met dakinstallaties, zoals zonne-energiesystemen, worden beschouwd als onderhoudsdaken. Het is niet nodig om veilige werkplekken in te richten voor onderhoudswerkzaamheden die niet langer dan twee werkdagen duren als er een touwbeschermer wordt gebruikt die is bevestigd aan geschikte verankeringspunten in het dak. Zonder veilige verankeringspunten zijn hefplatforms of dakveiligheidssteigers nodig voor reparatie- en onderhoudswerkzaamheden.
€ 0,00
€ 0,00 excl. BTW